Ondernemingsrecht
De ontbinding en vereffening van een vennootschap
11 november, 2024
Een natuurlijke persoon (een mens van vlees en bloed) houdt op te staan op het ogenblik van zijn of haar overlijden. Een rechtspersoon, zoals een vereniging, stichting of vennootschap, kan echter niet overlijden vermits het een juridische constructie is die als eigen entiteit drager is van rechten en plichten. De vraag stelt zich echter wanneer, en hoe, een rechtspersoon dan wel ophoudt met bestaan. In huidige blog bespreken we hoe een rechtspersoon, in het bijzonder een vennootschap, ophoudt te bestaan en als gevolg hiervan uit het rechtsverkeer verdwijnt op een andere manier dan als gevolg van een faillissement.
Ontbinding
Een vennootschap houdt op te bestaan ingevolge haar “ontbinding”. De wetgeving voorziet in drie soorten van ontbinding, namelijk (1) de gerechtelijke ontbinding, (2) de ontbinding van rechtswege en (3) de vrijwillige ontbinding. Een wettelijke grondslag voor dit drietal moet gevonden worden in het Wetboek van Vennootschappen en Verenigingen (hierna: WVV).
1. Gerechtelijke ontbinding
De gerechtelijke ontbinding wordt geregeld in de artikelen 2:73 – 2:75 WVV.
Zoals de naam suggereert, moet de gerechtelijke ontbinding worden uitgesproken door de rechter.
De rechtbank kan op verschillende manieren gevat worden om tot de gerechtelijke ontbinding van een vennootschap te besluiten. Dit kan op verzoek van een aandeelhouder van de vennootschap, maar tevens op verzoek van het Openbaar Ministerie, een belanghebbende (zoals een schuldeiser van de vennootschap) of op verzoek van de kamer voor ondernemingen in moeilijkheden (namelijk een aparte afdeling binnen de Ondernemingsrechtbank die zich bezighoudt met de opsporing, en eventueel begeleiding, van ondernemingen in financiële moeilijkheden; hierna: “KOIM”).
Een aandeelhouder kan voor de voorzitter van de Ondernemingsrechtbank de ontbinding van een vennootschap vorderen wegens “wettige reden”. Er kan sprake zijn van een wettige reden als een aandeelhouder zijn verplichtingen in grove mate verzuimt of indien een kwaal het hem onmogelijk maakt om ze uit te voeren, maar ook in alle andere gevallen die de normale voortzetting van zaken van de vennootschap onmogelijk maken, zoals de diepgaande en blijvende onenigheid tussen de aandeelhouders of vennoten[1].
Een gerechtelijke ontbinding als gevolg van het initiatief door een belanghebbende, het Openbaar Ministerie of de KOIM kadert binnen een opgevoerde strijd tegen de “slapende” vennootschappen. Dit zijn vennootschappen die de verplichting tot het neerleggen van een jaarrekening niet naleven, in welk geval de ontbinding van de vennootschap kan volgen[2]. Ongeacht op wiens initiatief (hetzij een belanghebbende, hetzij het Openbaar Ministerie, hetzij de KOIM) het dossier voor de neus van de rechtbank komt te liggen, kan de rechtbank ofwel onmiddellijk de ontbinding uitspreken, ofwel eerst nog een regularisatietermijn toekennen aan de vennootschap.
De gerechtelijke ontbinding (in de vorm van een vonnis of arrest) heeft uitwerking vanaf de datum waarop deze is uitgesproken. Jegens derden (die dus generlei betrokken zijn bij de vennootschap en de ontbindingsprocedure) is de ontbinding pas tegenwerpelijk na bekendmaking van de uitspraak in de bijlagen van het Belgisch Staatsblad.
2. Ontbinding van rechtswege
Een vennootschap kan van rechtswege (dus automatisch) ontbonden worden door het verstrijken van de duurtijd waarvoor zij is aangegaan – hetgeen gespecifieerd zal zijn in de oprichtingsakte (of statuten) van de vennootschap – of door vervulling van een uitdrukkelijk ontbindende voorwaarde[3]
voorzien in de statuten (artikel 2:72 WVV). In dat geval is de ontbinding de noodzakelijke en tevens onmiddellijke implicatie van een bepaalde gebeurtenis, zonder dat een rechtbank of de algemene vergadering van aandeelhouders hoeft tussen te komen.
Voor de VOF en commanditaire vennootschappen blijft artikel 4:16 WVV relevant nu het een reeks specifieke oorzaken tot van rechtswege ontbinding bepaalt[4].
3. Vrijwillige ontbinding
De meest voorkomende vorm van ontbinding is de vrijwillige variant door de algemene vergadering van aandeelhouders van de kwestieuze vennootschap (artikel 2:71 WVV).
Het besluit tot ontbinding vanwege een algemene vergadering van aandeelhouders kan weliswaar op elk ogenblik worden genomen, zij vereist wel een bijzondere meerderheid van stemmen, zijnde een statutaire meerderheid (of dus 3/4de van de stemmen). Het betreft dus dezelfde meerderheid als degene die nodig is voor de wijziging van de statuten[5].
Vooraleer de algemene vergadering van aandeelhouders over een ontbinding kan beslissen, komt het toe aan het bestuursorgaan om een voorstel tot ontbinding toe te lichten in een verslag (dat in de oproeping van de aandeelhouders voor de algemene vergadering wordt vermeld en hierbij ook als bijlage wordt gevoegd, zodat de aandeelhouders er kennis van kunnen nemen vooraleer zij op de algemene vergadering overgaan tot een stemming). Bij dit verslag moet overigens een staat van activa en passiva gevoegd worden welke moet zijn gecontroleerd door – naargelang het geval – de commissaris van de vennootschap, dan wel een (erkend) extern bedrijfsrevisor of accountant. Als dit bijzonder verslag van het bestuur zou ontbreken, is het besluit tot ontbinding van de algemene vergadering van aandeelhouders nietig. De nietigheid kan in rechte gevorderd worden door elkeen die een belang doet gelden (zoals een schuldeiser van de vennootschap).
Een besluit tot ontbinding door de algemene vergadering moet worden genomen voor een notaris, zodat een algemene vergadering voor een notaris moet worden gehouden. Deze ontbinding moet besloten worden bij authentiek akte (en dus niet bij onderhandse akte welke later louter bevestigd wordt door de notaris). De notaris zal vervolgens ook overgaan tot publicatie van het besluit in de bijlagen van het Belgisch Staatsblad (met oog op tegenstelbaarheid aan derden).
Vereffening
De ontbinding is in principe slechts de eerste stap. Vervolgens vindt de “vereffening” plaats. Deze vereffening is het geheel van handelingen die ertoe strekken de vermogensbestanddelen (activa, zoals roerende / onroerende goederen) van de vennootschap in geld om te zetten en de schulden van de vennootschap af te lossen. Het eventueel batig saldo dat nadien zou overblijven, krijgt een bestemming conform de wettelijke of statutaire voorschriften hieromtrent.
Een vennootschap wordt na ontbinding geacht voort te bestaan voor haar vereffening. Indien een vennootschap wordt ontbonden, blijft zij dus bestaan (en behoudt zij rechtspersoonlijkheid) voor de doeleinden van haar vereffening. Dit betekent dat de vennootschap dus enkel nog handelingen kan stellen die kaderen binnen haar vereffening zodat zij bijvoorbeeld geen nieuwe activiteiten kan starten (of anderszins handelingen stellen die niet dienstig zijn voor haar vereffening).
De wetgeving voorziet in een aantal gevolgen van de status “in vereffening”. Zo moeten de stukken (of documenten) die uitgaan van de vennootschap vermelden dat zij in vereffening is, mag deze in vereffening zijnde vennootschap haar naam niet (langer) wijzigen en kan zij maar overgaan tot een adreswijziging na rechterlijke controle en goedkeuring.
De vennootschap moet in principe worden vereffend door één of meerdere vereffenaar(s). Deze vereffenaar(s) wordt (of worden) aangesteld door ofwel de vennootschap zelf (bij monde van haar algemene vergadering van aandeelhouders), ofwel door de rechtbank. Soms wordt evenwel geen vereffenaar aangesteld (dit is dan niet voorzien in de statuten en er ligt ook geen beslissing van de rechtbank of algemene vergadering voor). In dat geval worden door de wet de laatste bestuurders van de vennootschap beschouwd vereffenaars te zijn t.a.v. derden. De bestuurders-vereffenaars, die hun hoedanigheid uit de kracht van de wet zelf krijgen, dienen dan als aanspreekpunt voor een derde om een eventuele aansprakelijkheidsvordering (wegens geleden schade) te lanceren (zie in dit kader artikel 2:79 WVV).
Indien een rechtbank oordeelt geen vereffenaar te moeten aanstellen omdat dit niet nuttig is, dan zal zij in hetzelfde vonnis de gerechtelijke ontbinding en onmiddellijke sluiting van een vereffening uitspreken. Normaliter gebeurt dit pas indien de rechtbank zicht heeft op de activa en passiva van de vennootschap. Indien deze er niet zijn, heeft het vereffeningsproces weinig zin. Ontbinding en sluiting van de vereffening in één akte is alleen mogelijk voor eenvoudige vereffeningen, waarbij niets te vereffenen valt of wanneer de actiefbestanddelen niet vereffend moeten worden om aan alle verplichtingen van de vennootschap te voldoen.
Indien sprake is van een vrijwillige ontbinding, is het de bevoegdheid van de algemene vergadering van aandeelhouders om één of meerdere vereffenaars aan te wijzen. Deze aanwijzing gebeurt wel met een gewone meerderheid van stemmen (en zonder aanwezigheidsquorum). Indien echter aan een aantal wettelijke voorwaarden is voldaan, kan de algemene vergadering van aandeelhouders in één beweging beslissen tot ontbinding en sluiting van de vereffening (artikel 2:80 WVV).
Indien bij een vrijwillige ontbinding vastgesteld wordt dat er meer schulden dan activa zijn, wat zal blijken uit de verplichte staat van activa en passiva (en dus niet alle schuldeisers kunnen worden terugbetaald) dan moet de benoeming van de vereffenaar (door de algemene vergadering) worden goedgekeurd door de rechtbank. Hierop bestaat een uitzondering: wanneer de enige schulden in de vennootschap bestaan jegens één of meerdere van haar eigen aandeelhouders en deze laatste akkoord gaan met de voorgenomen vereffenaar(s) (artikel 2:84 WVV).
Pas na alle vereffeningsverrichtingen en de sluiting van de vereffening, houdt de vennootschap op te bestaan (met uitzondering van passieve rechtspersoonlijkheid in de persoon van de vereffenaar zodat derden gedurende de periode van 5 jaar nog vorderingen tegen de vereffende vennootschap kunnen instellen).
[1] Voor de VOF en commanditaire vennootschap voorziet artikel 4:16 WVV in specifieke ontbindingsgronden.
[2] Naast een mogelijke aansprakelijkheid in hoofde van de bestuurders van een vennootschap. Het is immers de taak van de bestuurder(s) om de jaarrekening neer te leggen binnen dertig dagen nadat deze jaarrekening is goedgekeurd, en ten laatste zeven maanden na datum van afsluiting van het boekjaar (artikel 3:10 WVV).
[3] Bijvoorbeeld de verplaatsing van de maatschappelijke zetel van de vennootschap naar het buitenland, of het niet halen van bepaalde voorgenomen doelstellingen inzake de winstuitkering aan de aandeelhouders, of het niet kunnen binnen halen van een welbepaalde specifieke (overheids-)opdracht.
[4] Zoals het materieel of juridisch tenietgaan van de zaak of door het voltrekken van de verrichting, als deze vennootschap enkel werd opgericht met oog op de exploitatie van die zaak of het stellen van die verrichting. Of nog: door de dood, de onbekwaamheid, de vereffening, het faillissement of het kennelijke onvermogen van een van de vennoten. Eén en ander is te linken aan de wettelijke verplichting voor de VOF, evenals voor de commanditaire vennootschap, om minstens twee vennoten te hebben (artikel 4:1 WVV).
[5] De wetgeving voorziet in een aanwezigheidsquorum: de aanwezige of vertegenwoordigde aandeelhouders moeten de helft van het kapitaal vertegenwoordigen. Is dit niet zo, is een tweede bijeenroeping vereist.
Veelgestelde vragen
Moet een rechtbank steeds de ontbinding van een vennootschap uitspreken?
- Neen, de algemene vergadering van aandeelhouders kan hiertoe vrijwillig beslissen.
Hoe kan een vennootschap zelf beslissen tot ontbinding?
- De algemene vergadering moet beslissen met 3/4de meerderheid, voor de notaris.
Kan de niet-neerlegging van één jaarrekening leiden tot gerechtelijke ontbinding?
- Ja, ongeacht of uw vennootschap effectief nog activiteiten uitoefent.
Kan de ontbinding van de vennootschap een automatisme zijn?
- Ja, indien dit voorzien is in de statuten (bijv. vennootschap voor bepaalde duur).
Moet noodzakelijk een vereffeningstraject plaatsvinden?
- Neen, ontbinding en directe sluiting van de vereffening is mogelijk onder bepaalde voorwaarden.
Juridische bijstand nodig van een advocaat ondernemingsrecht? Bricks Advocaten adviseert u graag.