Ondernemingsrecht
Bestuurders-aansprakelijkheid
25 april, 2023
Kan ik als bestuurder aansprakelijk gesteld worden?
Bestuurders van een vennootschap kunnen aansprakelijk gesteld worden als ze een fout begaan in de uitvoering van hun taak. Indien zij de vennootschap niet correct besturen en schade veroorzaken, kunnen zij aansprakelijk gesteld worden voor die schade.
Wie kan als bestuurder aansprakelijk gesteld worden?
Naast het formeel benoemd bestuur kunnen feitelijke bestuurders, die het bestuur uitoefenen in de praktijk, maar niet formeel benoemd zijn als bestuurder, aansprakelijk worden gesteld op basis van bovenvermelde gronden.
Welke fouten geven aanleiding tot aansprakelijkheid als bestuurder?
1. Gewone bestuursfouten
Zoals eerder vermeld kunnen bestuurders die tekort schieten in hun bestuursmandaat en fouten begaan in de uitoefening van hun opdracht, aansprakelijk gesteld worden voor de schade die ze veroorzaken.
Deze aansprakelijkheidsgrond kan slechts ingeroepen worden door de vennootschap.
Hierbij is de bestuurder individueel aansprakelijk tenzij het bestuursorgaan een college vormt. In dat geval zal elke bestuurder hoofdelijk en dus aansprakelijk zijn ongeacht wie de fout heeft veroorzaakt.
Een gewone bestuursfout kan onder andere:
- De verwaarlozing van het bestuur door het niet bijwonen van vergaderingen
- Het vergeten een handelshuurovereenkomst te hernieuwen
- Het nalaten een noodzakelijke verzekering af te sluiten.
2. Buitencontractuele fouten
We spreken over buitencontractuele fouten wanneer een bestuurder onrechtmatige daden stelt die een normaal voorzichtige en zorgvuldige bestuurder in dezelfde omstandigheden niet zou gesteld hebben.
Deze bestuurder kan individueel aansprakelijk gesteld worden door zowel de vennootschap als door derden.
Om zich te kunnen beroepen op deze aansprakelijkheidsgrond, moeten er drie zaken aangetoond worden, namelijk:
- een fout
- schade
- een oorzakelijk verband tussen beide.
Er moet dus sprake zijn van een fout in hoofde van de bestuurder waarbij deze fout ook schade moet toebrengen aan een derde of de vennootschap. Daarnaast moet er ook een oorzakelijk of causaal verband bestaan. Dit wil zeggen dat de fout de oorzaak moet zijn van de schade die nooit zou hebben plaatsgevonden, moest die fout er niet zijn.
Oplichting van uit de vennootschap of diefstal van de vennootschap zijn hiervan voorbeelden.
3. Overtreding van de statuten en/of de wet
Bestuurders die de bepalingen in de statuten van de vennootschap of wettelijke regels opgenomen in de Wet op de vennootschappen en verenigingen (hierna: WVV) niet respecteren, kunnen hoofdelijk aansprakelijk gesteld worden.
Enkele voorbeelden:
- Het niet respecteren van de procedure van quasi-inbreng bij de NV
- Het laattijdig neerleggen van de jaarrekeningen
4. Onrechtmatig financieel voordeel
Wanneer het bestuursorgaan/de bestuurder een beslissing moet nemen waarbij een/de bestuurder een rechtstreeks of onrechtstreeks belang van vermogensrechtelijke aard heeft dat strijdig is met het belang van de vennootschap, is er sprake van een belangenconflict.
Een bestuurder kan op basis van zo een tegenstrijdig belang, aansprakelijk gesteld worden indien de beslissing een onrechtmatig financieel voordeel in hoofde van de bestuurder, maar ten nadele van de vennootschap met zich meebrengt. Dit heeft tot gevolg dat de bestuurder hoofdelijk gehouden zal zijn ten opzichte van de vennootschap en van derden.
5. Kennelijk grove fouten die hebben bijgedragen tot faillissement
Indien een bestuurder heeft bijgedragen tot het faillissement van de vennootschap door een kennelijk grove fout te begaan dan kan die bestuurder individueel of hoofdelijk aansprakelijk gesteld worden voor de schulden van de vennootschap. Derden en curatoren kunnen zich beroepen op deze aansprakelijkheidsgrond.
Er moeten drie voorwaarden vervuld zijn opdat een bestuurder aangesproken kan worden:
- Er moet sprake zijn van een faillissement waarbij er een ontoereikend actief is.
- Het moet gaan om een kennelijk grove fout in hoofde van de bestuurder waarbij ernstige en georganiseerde fiscale fraude wordt beschouwd als een kennelijk grove fout.
- De bestuurder moet door zijn/haar fout hebben bijgedragen tot het faillissement.
“Wrongful trading”
Als je vennootschap dan failliet gaat, kan de rechter je veroordelen tot betaling van een deel, of zelfs het geheel, van het netto-passief als je als bestuurder bewust een verlieslatende activiteit hebt verdergezet.
Beperking van de bestuurdersaansprakelijkheid
De aansprakelijkheid van een bestuurder is echter wettelijk beperkt tot bepaalde bedragen. Het is echter ook zo dat deze aansprakelijkheidsbeperkingen in bepaalde gevallen die door de wet bepaald worden, uitgesloten kunnen zijn.