Omgevingsrecht

Omgevingsvergunning: procedure

23 mei, 2022




Als algemene regel bepaalt de Vlaamse decreetgever dat niemand stedenbouwkundige handelingen mag stellen zonder in het bezit te zijn van een omgevingsvergunning voor zover ze:

  • niet zijn vrijgesteld(1) van vergunning;
  • vallen onder de eenvoudige melding(2);

Zie hiervoor volgende tekst.

Indien echter geen van de bijzondere principes kunnen worden toegepast, zal men een vergunning moeten aanvragen.


2 soorten procedures

Voor het verlenen van een omgevingsvergunning zijn er twee procedures, met name:

  • een gewone vergunningsprocedure;
  • een vereenvoudigde vergunningsprocedure;


Wanneer de vooropgestelde handelingen bijvoorbeeld betrekking hebben op een geringe verandering van een vergund project of een project dat uitsluitend tijdelijke inrichtingen of activiteiten omvat, dan is de vereenvoudigde vergunningsprocedure van toepassing. Bepaalde nieuwe projecten met een behoorlijke omvang kunnen evenzeer onder de vereenvoudigde procedure vallen. In alle andere gevallen dient de aanvrager de gewone procedure te volgen.


Het verloop van de procedure

De vergunningsprocedure begint met het indienen van een aanvraag bij de stad of gemeente waar de vergunningsplichtige handelingen uitgevoerd zullen worden en dit digitaal via het Omgevingsloket. In bepaalde specifieke gevallen zijn evenwel de Vlaamse Regering, de gewestelijke omgevingsambtenaar of de deputatie bevoegd om over een vergunningsaanvraag te beslissen.

Eenmaal de aanvraag wordt ingediend, start de bevoegde overheid het ontvankelijkheids- en volledigheidsonderzoek voor de omgevingsvergunning waarbij wordt nagegaan of de aanvrager alle noodzakelijke documenten heeft ingediend. De bevoegde overheid die binnen 30 dagen deze beslissing moet nemen, kan de aanvrager binnen deze termijn verzoeken om de ontbrekende documenten en gegevens aan de aanvraag toe te voegen maar kan ook onmiddellijk overgaan tot een onvolledigheids- of onontvankelijkheidsverklaring van de aanvraag. In zo’n geval wordt de procedure stopgezet en is een nieuwe aanvraag aan de orde. Tegen een onontvankelijkheidsverklaring is echter een jurisdictioneel beroep bij de Raad voor Vergunningsbetwistingen mogelijk.

Het ontvankelijkheids- en volledigheidsonderzoek gaat ook gepaard met een milieueffectenonderzoek van het geplande project. Indien de bevoegde overheid meent dat het project aanzienlijke effecten op het milieu met zich zal meebrengen, zal zij nog een volledig milieueffectenrapport of net een MER-ontheffing eisen. Het gebrek aan dit rapport leidt tot de onontvankelijkheid van de aanvraag.


Bezwaar omgevingsvergunning

Een ontvankelijke en volledige aanvraag zal vaak gevolgd worden door een openbaar onderzoek. In bepaalde gevallen is een openbaar onderzoek overbodig, bijv. wanneer de aanvraag in overeenstemming is met een RUP, BPA of niet-vervallen verkaveling.

Het openbaar onderzoek geeft iedereen die er belang bij heeft de mogelijkheid om de bevoegde overheid gedurende 30 dagen op de hoogte te brengen van hun bezorgdheden over het geplande project. Door een bezwaar in te dienen kunt u eveneens de aanvrager aanzetten om het project aan te passen. De bevoegde overheid is verplicht om rekening te houden met de ingediende bezwaren (voor zover ze deze gegrond acht) en in haar uiteindelijke beslissing vermelden hoe zij is omgegaan met deze bezwaren.

Tijdens de proceduretermijn dient de bevoegde overheid eveneens adviezen in te winnen bij deskundige overheidsinstanties. De gevallen waarin er verplicht advies moet worden ingewonnen, worden in de wet bepaald. Bijvoorbeeld, Het Agentschap Innoveren en Ondernemen verleent advies als het voorwerp van de vergunningsaanvraag betrekking heeft om projecten voor kleinhandelsactiviteiten met een netto handelsoppervlakte van 1000 vierkante meter en meer of het Agentschap Onroerend Erfgoed verleent advies wanneer de geplande werken betrekking hebben op een beschermd monument. Indien de adviesinstanties geen advies uitbrengen binnen de door de bevoegde overheid termijn dan wordt het advies geacht gunstig te zijn.


Termijn omgevingsvergunning

Om een beslissing te nemen beschikt de bevoegde overheid in principe over een termijn van 105 of 120 (met OVC3) dagen, tenzij er geen openbaar onderzoek wordt georganiseerd. In dit laatste geval moet de bevoegde overheid binnen 60 dagen een beslissing nemen. De termijn van 105 dagen kan in bepaalde gevallen eenmalig verlengd worden met 60 dagen.

Als de bevoegde overheid nalaat om binnen de voorziene termijnen een beslissing te nemen dan wordt de aanvraag geacht geweigerd te zijn.

(1) Besluit van de Vlaamse Regering van 16 juli 2010 tot bepaling van stedenbouwkundige handelingen waarvoor geen omgevingsvergunning nodig is.

(2) Artikel 4.2.2 VCRO3Omgevingsvergunningscommissie



Beroep tegen weigering omgevingsvergunning

Beroep bestendige deputatie

Zowel tegen de afwijzing als tegen de goedkeuring van de aanvraag kan iedere belanghebbende een administratief beroep tegen de omgevingsvergunning (zowel de weigering als de toekenning) aantekenen bij de hogere administratieve overheid. Als de initiële aanvraag bijvoorbeeld door de gemeente werd behandeld dan zal de deputatie van de provincie waarin die gemeente gelegen is bevoegd zijn om kennis te nemen van het beroep.

De beslissing met betrekking tot de aanvraag wordt kenbaar gemaakt op het omgevingsloket en door middel van de (gele) aanplakking. Voor een derde (bvb. de buren) zal dit het startpunt zijn van de termijn van 30 dagen om beroep aan te tekenen. Voor de vergunningsaanvrager loopt dat dan weer vanaf de kennisgeving van de beslissing. Omwille van deze beroepstermijn zal bij een goedkeuring van de aanvraag de aanvrager pas van start kunnen gaan met het project indien hij niet binnen de 35 dagen in kennis wordt gesteld van een beroep.

Naargelang de soort procedure die wordt gevolgd, beschikt de beroepsinstantie zelf over een termijn van 120 dagen voor de gewone procedure en 60 dagen voor de vereenvoudigde procedure om het beroep te beoordelen. Deze termijnen kunnen evenzeer eenmaal verlengd worden.

Bij haar beoordeling is de beroepsinstantie volledig vrij en geenszins gebonden door de beoordeling van de bevoegde overheid in eerste aanleg. De beroepsprocedure is gelijkaardig aan de procedure in eerste aanleg. Ook in dit geval begint de beroepsinstantie met een ontvankelijkheids- en volledigheidsonderzoek dat eventueel wordt gevolgd door een nieuw openbaar onderzoek, zoals bijv. bij grote wijzigingen van de plannen. Indien deze wijzigingen echter beperkt van aard zijn en voldoen aan de voorwaarden, meer bepaald geen afbreuk doen aan de bescherming van de mens of het milieu, tegemoetkomen aan de adviezen of bezwaren tijdens het openbaar onderzoek en geen kennelijke schending van de rechten van derden bergen, dan is een nieuw openbaar onderzoek niet noodzakelijk.


Beroep Raad voor Vergunningsbetwistingen

Indien de beroepsinstantie van oordeel is dat het beroep ongegrond is en het beroep wordt afgewezen, heeft de beroepsindiener nog de mogelijkheid om een jurisdictioneel beroep in te dienen bij de Raad voor Vergunningsbetwistingen binnen een termijn van 45 dagen. Een beroep bij de Raad werkt in principe niet schorsend - de beslissing van de beroepsinstantie blijft dus uitvoerbaar al bestaat er wel een specifieke procedure om de schorsing toch te vragen / af te dwingen.

De Raad voor Vergunningsbetwistingen onderwerpt de beslissing van de beroepsinstantie aan een wettigheidsonderzoek en gaat na of de beroepsinstantie bij de beoordeling van de aanvraag de wettelijke voorschriften heeft gerespecteerd. Bij een negatief antwoord zal de Raad voor Vergunningsbetwistingen de beslissing van de beroepsinstantie vernietigen. De Raad beperkt zich enkel tot het vernietigen van de beslissing omwille van wettelijke grondslagen en zal zich niet in de plaats stellen van de administratieve overheid, behoudens indien een absoluut gebonden bevoegdheid voorligt. De overheid die de vernietigde beslissing heeft genomen moet in dit geval een nieuwe beslissing nemen, rekening houdend met het arrest van de Raad voor Vergunningsbetwistingen.


Tegen een arrest van de Raad voor Vergunningsbetwistingen staat een cassatieberoep open bij de Raad van State. Zolang de procedure voor de Raad van State hangende is, wordt de door de RvVb opgelegde termijn waarbinnen de bevoegde overheid een nieuwe beslissing dient te nemen, geschorst.

Juridische bijstand nodig van een advocaat omgevingsrecht? Bricks Advocaten adviseert u graag.

CONTACTEER BRICKS ADVOCATEN →

Experts


  • Ruben Volckaert

    • Vastgoedrecht
    • Bouwrecht
    • Omgevingsrecht
  • Foto Ozge website

    Özge Güneç

    • Vastgoedrecht
    • Huurrecht